Wie is bang van… de mondige medewerker?

Deze opinie werd gepubliceerd op 13/4/2017 en ondertekend door Bieke Purnelle, Ciska Hoet, Hasna Ankal, Ikrame Kastit, Furia vzw, ella vzw, Uit de Marge vzw.

‘Laten we het dus even over dat vertrouwen hebben. Wie moet er precies wie vertrouwen?’ Een dringende vraag van Sarah Scheepers naar aanleiding van het ontslag van Rachida Lamrabet bij Unia.

Op 22 maart kwam Rachida Lamrabet in het oog van de storm terecht, meer bepaald de oorlog tussen de NVA en Unia. Buiten haar functie als juriste gaf ze als auteur en filmmaker een interview in Knack over haar artistieke werk. Daarin verdedigt zij het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen over hun eigen lichaam en hun keuzevrijheid om dat al dan niet te bedekken. Een standpunt dat overigens gedeeld wordt door meerdere vrouwen, middenveldorganisaties en mensenrechtenexperts/academici.

Het probleem is niet de mening of de individuele persoon van mevrouw Lamrabet, zoveel is duidelijk. Zij dient waarvoor anderen voor haar al dienden: om te tonen wie er baas is, en wie moet gehoorzamen.

Op de vooravond van 3 april werd dan bevestigd wat velen vreesden: Rachida Lamrabet is niet langer juriste bij UNIA. Het is tot een “vertrouwensbreuk” gekomen, zo lezen we in de pers. Net zoals het ook al tot een vertrouwensbreuk kwam tussen Alona Lyubayeva en de Vlaamse regering. En Lyubayeva vervolgens de laan werd uitgestuurd.

Laten we het dus even over dat vertrouwen hebben. Wie moet er precies wie (niet) vertrouwen, en waarom?

Moed en vertrouwen

Een mensenrechtenorganisatie als Unia bestaat om erover te waken dat mensen niet gediscrimineerd worden op basis van criteria als etniciteit, religie, hun politiek voorkeur, hun mening, hun seksualiteit, etc. Wie vermoedt slachtoffer te zijn van discriminatie, kan deze instelling inschakelen om zich te beschermen. Of kon dat.

Want laten we eerlijk zijn, het wordt ons wel heel moeilijk gemaakt om nog de verdediging op te nemen van Unia. Een instelling, met aan het roer een gepolitiseerd bestuur, die niet de moed toont om haar eigen werknemers te beschermen, hoe dapper gaat die precies in de bres springen voor anderen? Ons vertrouwen in deze instelling is op z’n zachtst gezegd zoek.

Politici met de portefeuille Gelijke Kansen hebben bij uitstek als opdracht om maatschappelijke ongelijkheid te bestrijden en bij te dragen tot een inclusieve samenleving, door onder andere instellingen als Unia en departementen als de Vlaamse Dienst Diversiteitsbeleid hun job te laten doen. En door een gelijkekansen-middenveld in stand te houden en te beschermen dat dag in dag uit werkt aan het verbeteren van de positie van mensen in kwetsbare posities.

Die instellingen, dat middenveld en hun medewerkers vertrouwen erop dat zij dat werk kunnen doen, ook als hun mening of visie af en toe botst met de hand die hen voedt. Want daar zijn we toch zo fier op, niet? Dat we niet in een land wonen waar je vervolgd wordt voor een afwijkende mening? Ook dat nodige basisvertrouwen in onze politici is zoek. Deze heksenjacht op andersluidende stemmen maakt ons zeer boos en bezorgd.

In de marge van de marge

En dat brengt ons uiteindelijk bij de mensen voor wie er instellingen als Unia, departementen als de dienst Diversiteitsbeleid, en middenveldorganisaties als Furia, ella, Uit de Marge, Hand in Hand, Minderhedenforum, Merhaba, Motief, Kif Kif, … bestaan.

Mensen wier stem we niet horen. Mensen in de marge van de marge. Mensen en jongeren van wie het vertrouwen in onze samenleving al lang zoek is, en die wij nog proberen te overtuigen van het tegendeel.

Het systeem werkt misschien niet perfect, rotte appels vind je overal, maar probeer vertrouwen te hebben, de instellingen zijn er ook voor jou, om jou te beschermen.

Hoe moeten wij deze boodschap precies nog overtuigend verkondigen, nu het erop lijkt dat zij gelijk krijgen? Dat mensen in de pas moeten lopen of anders de laan worden uitgestuurd? Dat je beter je hoofd niet boven het maaiveld uitsteekt als je je broodwinning wil behouden? Dat instellingen die onze veelgeroemde basisrechten helpen bewaken, onder vuur liggen?

We zien een aanval op de waakhond van de mensenrechten, en hoe die waakhond zeer snel een schoothond wordt. We zien week na week hoe onze basisrechten en de instellingen die deze bewaken aan een rázend tempo afgebroken worden.

Het recht op het beleven van je religie: onder vuur.

Het recht op arbeid: onbestaande.

Het recht op een woning: dat maken we voorwaardelijk.

Het recht op een nationaliteit: enkel indien je het examen passeert.

Het recht op een waardig leven: vul zelf maar in.

Dus in plaats van het te hebben over het vertrouwen tussen een werkgever en een werknemer, tussen een ambtenaar en een minister, zouden we het beter hebben over hoe we in ‘s hemelsnaam nog tot een minimale vorm van vertrouwen kunnen komen tussen de inwoners van dit land en hun politieke vertegenwoordigers. Welk krediet verdienen die laatsten nog als hun ware gelaat openheid en democratisch debat muilkorft?

Hoe kunnen wij ons werk nog doen als we onze job kunnen verliezen wanneer we een kritische stem laten horen? We vrezen dat wie politieke druk wil aanklagen het professioneel en persoonlijk steeds moeilijker krijgt.

Wat zegt het over onze samenleving als we toelaten dat wie opkomt voor antiracisme en anti-discriminatie hiervoor aan de schandpaal wordt genageld in plaats van beschermd?

Privacy Policy