Op deze Internationale Strijddag voor Vrouwenrechten vraagt Furia aandacht voor de werknemers (voor 98% vrouwen) in de sector van de dienstencheques.
Al meerdere maanden voeren ze strijd voor het simpele behoud van een eindejaarspremie, voor een leefbaar loon en betere arbeidsomstandigheden. De sector draait voor 70% op subsidies en de kostprijs voor de overheid bedroeg in 2020 1.434 miljoen euro. Met zo’n forse overheidssteun – waar we als burgers aan bijdragen via de belastingen – verwachten we dat de overheid de sector actief reguleert en de belangen van de werkneemsters mee verdedigt. Dat gebeurt veel te weinig – blijkt ook uit het huidige conflict, dat niet toevallig een strijd is tegen een aantal grotere bedrijven in de sector die vooral uit zijn op winst maken.
Fysiek zwaar en zonder perspectief
De dienstencheque bestaat 20 jaar. Al bij de opstart in 2004 plaatste Furia (toen Vrouwen Overleg Komitee) belangrijke kanttekeningen bij het systeem. We vreesden de systematische toeleiding van kortgeschoolde vrouwen naar deze ‘typische’ vrouwenjobs, fysiek zwaar en zonder perspectief op opleiding of doorgroeien. We vreesden dat de bekommernis eerder zou liggen bij een lage kostprijs voor de gezinnen die beroep doen op de cheques dan bij deftige lonen voor de werkneemsters. En dat het systeem vooral ten goede zou komen aan welgestelde tweeverdieners. We vreesden de winstgedreven aanpak van een aantal bedrijven. We vreesden dat het quasi onmogelijk zou zijn om voltijds te werken (met een waardig inkomen en sociale rechten) door het zware werk en omdat verplaatsingstijd tussen klanten niet als werktijd geldt.
Ongerustheid was terecht
Al die ongerustheid was terecht. Het gemiddeld inkomen dat dienstenchequemedewerkers opstrijken, flirt met de armoedegrens. Poetshulpen ondervinden veel gezondheidsproblemen: ze hebben 35 keer meer kans op musculoskeletale aandoeningen dan andere werknemers en 260% meer kans op langdurige arbeidsongeschiktheid gedurende de eerste 5 jaar in de sector. Uit de toeleiding spreekt stereotypering: ben je vrouw, kortgeschoold en van buitenlandse origine, dan kan je wel gaan poetsen – zonder perspectief om door te groeien naar ander werk.
Uit de toeleiding spreekt stereotypering: ben je vrouw, kortgeschoold en van buitenlandse origine, dan kan je wel gaan poetsen – zonder perspectief om door te groeien naar ander werk. De dienstencheques deden dan wel het zwartwerk bij huishoudens afnemen, maar de emancipatorische beloftes maken ze allesbehalve waar. Net de paar sociale-economiebedrijven die daar wél werk van maken, hebben moeite om het hoofd boven water te houden. Netjes geregeld, zegt u?
In dit erg gebrekkige systeem werkten in 2020 118.210 huishoudhulpen, voor 743.286 gebruikers die samen meer dan 72 miljoen cheques aankochten. En natuurlijk zijn daar ook mooie verhalen te rapen. De huishoudhulpen zijn in veel gezinnen een onmisbare schakel in de zorg en de combinatie van werk en gezin en ze voelen zich meestal ook gewaardeerd voor hun werk.
Waardering vertalen in lonen
Het is hoog tijd dat die waardering zich vertaalt in hun lonen en arbeidsomstandigheden. In Vlaanderen is de bijdrage van de klant al tien jaar ongewijzigd: 9 euro per cheque (7,2 euro na belastingaftrek).
Niemand twijfelt eraan dat die bijdrage hoger moet en kan – met differentiaties voor kleine inkomens. De overheid moet minimumeisen stellen qua vorming en medische opvolging. Bedrijven die herhaaldelijk betrapt worden op inbreuken op de wetgeving rond welzijn op het werk (en dat zijn er veel) moeten voelbare sancties opgelegd krijgen.
Bedrijven uit de sociale economie moeten beloond worden voor hun aandacht voor opleiding en omkadering, en voor hun inspanningen met kwetsbare profielen (waar winstgedreven bedrijven alleen de ‘sterkste profielen’ willen). Er moet een einde komen aan de willekeur waarmee bedrijven ‘overheadkosten’ aanrekenen, buiten het eigenlijke systeem van dienstencheques.
Maar onze eisen gaan verder dan noodzakelijke bijsturingen aan het dienstenchequesysteem. We vragen ook aandacht voor het poetspersoneel bij bedrijven en organisaties: de toenemende outsourcing van het poetswerk heeft er een negatief effect op de lonen en arbeidsomstandigheden van het personeel. Maar bovenal vragen we beleidsmakers om ten gronde na te denken over hoe we werk en zorg in onze samenleving organiseren.
We willen een samenleving waarin zorgarbeid een volwaardige plaats heeft. Op deze 8ste maart vragen we ook aandacht voor de vele vrouwen uit andere landen die hier zorg verrichten, vaak in zwakke statuten. We willen kwaliteitsvolle, betaalbare collectieve voorzieningen. We willen sterke statuten voor al wie werkt in de zorg. We willen dat het idee van collectieve arbeidsduurvermindering met behoud van loon ernstig wordt genomen, als een stap naar herwaardering van zorg…
Is het zo’n gek idee om iedereen de mogelijkheid te geven om te werken en te zorgen? We weten allemaal hoe essentieel het is dat mensen zorg dragen voor elkaar. Hoog tijd om de samenleving daarnaar in te richten.
Els Flour, Furia
Deze opinie verscheen op 08/03/2024 in DeWereldMorgen