Preventie en snel ingrijpen cruciaal bij grensoverschrijdend gedrag.

In de berichtgeving over de gebrekkige omgang met grensoverschrijdend gedrag aan de KU Leuven ging het volgens Furia veel te weinig over de nood aan preventie en aan een proactieve houding, ook bij “kleinere” incidenten. We focussen hier op de KU Leuven, maar deze boodschap is veel breder gericht, aan alle instellingen voor hoger onderwijs.

Al te vaak worden plegers van seksueel grensoverschrijdend gedrag niet tot de orde geroepen bij hun eerste feiten en stapelen de incidenten zich jarenlang op. Het is in deze niet anders: binnen de faculteit pedagogie was het wangedrag van de hoogleraar in kwestie alom bekend, en toch gedoogden zijn collega’s het. “Zo is X nu eenmaal”. “Kan je niet tegen een grapje”. We lazen het in de media, Furia kreeg het rechtstreeks te horen van iemand die met zijn ongepaste opmerkingen en voorstellen te maken kreeg. We lazen (DS, 27/10) dat de kwalijke reputatie van deze man al voor deze tragische zaak op hogere niveaus van de instelling ter sprake kwam, maar dat het bij gebrek aan formele klachten niet mogelijk was om meer te doen dan een waarschuwing geven.

Alhoewel er terecht wordt gewezen op het belang van woord en wederwoord, en het respect voor het vermoeden van onschuld (Knack, 28/10), kunnen we niet om de vaststelling heen dat de werking inzake grensoverschrijdend gedrag niet volstond.

Dat deze hoogleraar zo lang ongenaakbaar bleef, betekent dat jaar na jaar nieuwe studentes en medewerksters slachtoffer werden van zijn gedrag.

Volgens een commentator toont deze case hoe moeilijk het is voor instellingen om te laveren tussen de grote kwetsbaarheid van het slachtoffer en de nood aan krachtige actie tegen grensoverschrijdend gedrag (DS, 24/10). Wij zijn opgelucht dat alvast het slachtoffer tevreden is over de houding van de KU Leuven. Maar we zitten met wrange vragen over dat tweede deel. Want indien er tijdig was ingegrepen, had een jonge vrouw, in al haar pijn, geen ‘tevredenheid’ moeten uitspreken.

De eerste overheidscampagne rond seksueel grensoverschrijdend gedrag op het werk, getiteld “Sex collega, ex-collega” dateert van 1986. Dertig jaar voor de feiten die zich aan de KU Leuven voordeden. Op basis van wat we in de media lazen, sloeg die “ex-collega” de voorbije decennia aan de KU Leuven niet op de pleger, maar op meerdere slachtoffers. Dat is een onaanvaardbare situatie.

Zowat iedereen die betrokken is bij de strijd tegen ongewenst seksueel gedrag is opgeleid aan een associatie van een universiteit en meerdere hogescholen als de KU Leuven: advocaten, magistraten, preventieadviseurs, HR-personeel, therapeuten, artsen, opleiders en coaches … Hoe kan het, met al die aanwezige kennis, dat de KU Leuven niet toonaangevend is op vlak van preventie, omstaanderstraining, snel ingrijpen bij elk signaal? Want een krachtig optreden vind je niet uit wanneer wangedrag uitmondt in één van de zwaarste vormen van geweld. Die ligt in preventie, sensibilisering, opleiding, draaiboeken. In instrumenten die niet worden bovengehaald bij een incident, maar die permanent bijdragen aan een veilige en respectvolle werk- en lesomgeving. Ook wanneer er, op het eerste zicht, geen problemen zijn.

Werkpunten

We hopen dat alle instellingen hoger onderwijs werk maken van een betere aanpak van grensoverschrijdend gedrag. Dat vraagt een grote, en vooral een volgehouden inspanning.

Mobiliseer om te beginnen de kennis en expertise die hierover bestaat, en draag bij tot nieuwe kennis en expertise.

Het zou voor kennisinstituten een evidentie moeten zijn, maar we denken dat dit onvoldoende gebeurt. Kijk daarbij ook naar kritische kennis. Sarah Ahmeds boek Complaint! (2021) werd de voorbije dagen her en der getipt. Lees het en gebruik de kennis van iemand die de academische wereld verliet omwille van de gebrekkige omgang met klachten rond grensoverschrijdend gedrag. Contacteer de mensen die, in het zog van #MeToo, op eigen kracht een website met getuigenissen uit de academische wereld opzetten. Die getuigenissen gaan ook over uw instelling. Luister naar de mensen die onderzoek doen naar machtsverhoudingen, specifiek inzake gender. Docenten en onderzoekers in genderstudies bijvoorbeeld, die al te vaak worden weggelachen wanneer ze wijzen op machtsongelijkheid in de academische wereld (“Zo zijn universiteiten nu eenmaal”). Ga actief op zoek naar kennis die buiten de academische wereld is opgebouwd, bijvoorbeeld in feministische organisaties.

Schaaf aan de procedures.

Als meerdere eerdere slachtoffers hun ervaringen niet durfden omzetten in een formele klacht, dan wijst dat op een structureel probleem en moet je daar als instelling mee aan de slag. Werk drempels om een formele klacht in te dienen weg. Zorg dat wie een procedure start niet, in alle ellende, ontzettend veel werk moet verzetten om die klacht op te volgen (zie Complaint!). Grijp in bij eerste meldingen. Desnoods via een omweg, door in een faculteit of onderzoeksgroep een verplicht begeleidingstraject op te zetten. Leer leidinggevenden om eerste signalen ernstig te nemen: als wat je aankaart wordt geminimaliseerd, is het heel moeilijk om voor jezelf te blijven opkomen.

Doe aan preventie.

We leven in een samenleving waarin gendergerelateerd geweld een omvangrijk probleem is. De cijfers zijn er – ze zijn verzameld door universitaire onderzoekers. Universiteiten maken deel uit van die samenleving, dat geweld is er dus aanwezig. Universiteiten kunnen die samenleving helpen veranderen – dat valt, mogen we hopen, onder hun “maatschappelijke rol”. We lezen dat omstaanderstrainingen deel uitmaken van een nieuw actieplan aan de KU Leuven. Dat is goed nieuws, op voorwaarde dat om het even welk team of welke groep studenten zo’n omstaanderstraining en/of een meer intensieve begeleiding rond weerbaarheid of grensoverschrijdend kan aanvragen. Zonder dat daar een motivatie bij komt kijken. Dat zo’n trainingen ook worden gegeven waar er geen vraag naar is. En dat het niet bij een eenmalig project blijft, maar de acties over een lange periode lopen. Een proactieve houding kan een wereld van verschil maken in het bespreekbaar maken van grensoverschrijdend gedrag, in het creëren van een veilig werkklimaat, in het verkleinen van de ruimte die plegers menen te hebben, in het versterken van de mensen die dingen meemaken of zien gebeuren. Studenten en medewerkers zullen die kennis en vaardigheden meenemen naar toekomstige werkplekken, en helpen om die beter te maken. Ook dat is de maatschappelijke rol van een universiteit.

Verzamel, test en evalueer good practices.

We weten dat grensoverschrijdend gedrag een complex probleem is dat niet in één twee drie is opgelost. Maar voortbouwend op het kennisaspect: universiteiten en hogescholen kunnen instrumenten en praktijken uitwerken, testen, helpen verbeteren en – in het kader van hun maatschappelijke rol – in samenwerking met de overheid zorgen dat ze ruim beschikbaar zijn, ook voor werkgevers uit andere sectoren.

Doe aan nazorg.

Er is het slachtoffer in deze concrete zaak, we hopen dat de universiteit bijdraagt aan de zorg voor haar. Er zijn de collega’s en andere studenten op de faculteit in kwestie. Onderschat niet hoe kwetsbaar en bedrogen sommigen van hen zich nu voelen. Omdat ze in de periode voor deze man op non-actief werd gesteld, met zijn avances te maken kregen en zich nu acuut bewust zijn van de gevaarlijke positie waarin ze zich bevonden. Omdat ze terugdenken aan de keren dat ze grenzen stelden maar niet werden gehoord, en zich nu afvragen of ze niet luider hadden moeten roepen. Erken hen, en waardeer hun verhaal.

We weten dat er bij de instellingen een en ander beweegt. De KU Leuven werkt aan een nieuw actieplan. De leden van VLHORA en VLIR engageerden zich begin 2021 rond de uitvoering van het Charter grensoverschrijdend gedrag in het hoger onderwijs, en daar zijn evaluaties van gepland. Vertegenwoordigers van de studenten, de hogescholen en de universiteiten bereikten recent een akkoord over de verbetering van de bescherming tegen grensoverschrijdend gedrag in het hoger onderwijs. Er zou op centraal niveau een extern, onafhankelijk en laagdrempelig meldpunt komen, als aanvulling op bestaande interne meldpunten. Men lijkt oren te hebben naar de roep om een centrale registratie van alle meldingen bij elke instelling, en er wordt werk gemaakt van een goed kader voor vertrouwenspersonen voor studenten. Preventie ontbreekt opnieuw jammerlijk - ‘bescherming tegen’ is nog geen ‘actie tegen’             (https://www.benweyts.be/nieuws/betere-bescherming-tegen-grensoverschrijdend-gedrag-in-het-hoger-onderwijs).

Er zal echt in de diepte moeten worden gewerkt, op lange termijn en met inzet van veel middelen om het werkklimaat aan universiteiten en hogescholen ten gronde te veranderen. We hopen dat de 30 jaren die verstreken tussen die eerste campagne uit 1986 en de verkrachtingszaak uit 2016 gevolgd worden door een even lange periode van actief en hard werken aan instellingen voor hoger onderwijs waarin studenten en medewerkers vrij en veilig zijn, die geen centimeter ruimte laten aan grensoverschrijdend gedrag, die bijdragen aan een duurzame kennisopbouw en aan goede instrumenten, en die daarbij actief samenwerking zoeken met partners buiten de eigen muren.

Els Flour

Furia

Privacy Policy