Hoe het gelijkekansendiscours alsmaar samengaat met disciplinering

Furia ijvert al sinds jaar en dag, vanuit een feministisch perspectief, voor een zorgzame, solidaire en gelijke samenleving. Toen Covid-19 drie jaar onze levens danig door elkaar schudde, leek het belang van zo’n samenleving door velen te worden gedeeld. De pandemie liet voelen hoe belangrijk zorgberoepen zijn en hoe essentieel het is te kunnen zorgen voor elkaar, betaald of onbetaald. We redden het eenvoudig niet als dat kader wegvalt. De pandemie maakte ook zichtbaar hoe groot de ongelijkheid in de samenleving is: de impact van COVID én van de vele maatregelen om ze te bestrijden, was veel groter voor mensen in een sociaal-economisch zwakke positie dan voor mensen die hierin sterker stonden.

Wie, zoals Furia, hoopte dat beleidsmakers met die vaststellingen aan de slag zouden gaan, komt echter van een koude kermis thuis. Met grote bezorgdheid zien we dat de trend omgekeerd is: een toenemend aantal partijen propageert maatregelen om mensen die al zwak staan verder te marginaliseren en uit te sluiten. Het is bon ton om een populistisch discours te houden waarin ‘goede’ burgers (met een betaalde baan, een voldoende hoog inkomen, goede kennis van het Nederlands) worden afgezet tegen de ‘slechte’, of potentieel slechte medeburgers (die niet over de vernoemde kwaliteiten zouden beschikken).

De jacht op wie naast een sociale woning elders nog een eigendom heeft (wat ook de reden), de ‘basisbaan’ die werklozen moeten aanvaarden, de verstrengde voorwaarden inzake inburgering en verblijf bij de Vlaamse Zorgverzekering, de ‘war on woke’ die antiracistische stemmen wil smoren, de kritiek op organisaties van etnisch-culturele minderheden, de pogingen om verdere hoofddoekenverboden in te voeren… Veel politieke partijen lieten zich verleiden om minstens één van deze maatregelen of voorstellen te verdedigen.

Een recent voorstel om een deel van het Groeipakket (kindergeld) te gebruiken als oplossing voor de onderfinanciering van de kinderopvang past eveneens in dit rijtje. Daar wordt meteen de verplichting aan gekoppeld om kinderen 130 dagen naar de opvang te sturen. Het discours beklemtoont dat het de bedoeling is om zo gelijke kansen te creëren.  In praktijk stellen we evenwel vast dat de belofte van meer middelen – voor onderwijs, huisvesting, hulpverlening, kinderopvang enz., hand in hand gaat met de aankondiging van straffen en dreigementen, gericht tegen mensen in kwetsbare posities. Ook het idee om dwangzorg in te voeren voor kwetsbare zwangere vrouwen is daar een schrijnend voorbeeld van.

Sterke sociale infrastructuur

Dit is niet de zorgzame samenleving die Furia wenst. Furia bepleit een sterke sociale infrastructuur (crèches, woonzorgcentra, buurtcentra, scholen…) die kwalitatief, inclusief en toegankelijk is voor iedereen die er gebruik van wil maken, en waar het goed werken is. De middelen daarvoor mogen niet weggehaald worden van bestaande ondersteuning aan gezinnen, waaronder het (verre van perfecte) Groeipakket.

We verwerpen het ‘diensten in plaats van cash’-discours: burgers hebben én een inkomen én goede diensten nodig. Het voortdurend spreken in termen van schuld en boete voedt het wantrouwen ten aanzien van mensen die om wat voor reden ook zwakker staan. De boodschap is niet alleen dat ze schuld dragen aan hun situatie, maar ook dat de hele samenleving de gevolgen draagt van hun ‘slechte houding’. Dat is niet alleen stigmatiserend, het is onzin.

De voorgestelde maatregelen beloven bij te dragen tot meer kansengelijkheid. Wie dieper kijkt ziet dat deze aankondigingspolitiek net het omgekeerde dreigt te doen. Wanneer de focus ligt op de individuele verantwoordelijkheid van mensen voor hun welzijn en dat van hun gezinsleden, gaat dat ten koste van de aandacht voor de collectieve inspanning voor het welzijn van iedereen. Die afbraakpolitiek leidt uiteindelijk tot achteruitgang voor iedereen, behalve van wie de middelen heeft voor dure privé-oplossingen. Het onderwijs, de kinderopvang, hulpverlening…  en vooral alle mensen die er beroep op doen en erin werken, verdienen een ambitieus en positief beleid dat inzet op de échte problemen en geen valse tweedeling tussen burgers creëert.

Deze opinie verscheen op 23/6/2023 in DeWereldMorgen

Privacy Policy