Deze opinie werd ondertekend door de Vrouwenraad, Rebelle, ZIJ-kant, Femma, Furia en ella en verscheen op 23/06/2023 in de Knack.
'Zonder de nodige ondersteuning van onbetaalde zorgarbeid blijft de ‘gendergelijke samenleving’ een lege doos’, schrijven vier feministische organisaties als reactie op de recent verschenen Gender Social Norms Index van de Verenigde Naties.
De recent verschenen Gender Social Norms Index van de Verenigde Naties bracht bedroevend nieuws. Ze stelden geen verbetering vast in de vooroordelen tegenover vrouwen. 9 op de 10 mensen wereldwijd gelooft nog in meer of mindere mate in man-vrouw stereotypen. De helft van de mensen gelooft dat mannen betere politieke leiders zijn. Meer dan 40% gelooft dat mannen betere bedrijfsleiders zijn dan vrouwen. En zelfs 1 op de 4 vindt het normaal dat een man zijn vrouw mag slaan. Deze opvattingen zijn wereldwijd te vinden. Toch blijft het hier stil over. Als feministische organisaties willen wij deze stilte doorbreken.
Als deze cijfers iets aantonen, dan is het wel dat we nog gigantisch veel werk voor de boeg hebben. ‘Werk’ gebruiken we hier niet symbolisch, maar letterlijk. De verwezenlijkingen wat betreft gendergelijkheid van de afgelopen 100 jaar zijn er niet zomaar gekomen. Dit is de verdienste van feministische voortrekkers en bewegingen. Maar deze verworvenheden komen vandaag de dag hoe langer hoe meer onder druk. Daarom blijven we onze cruciale rol vervullen om samen verder te bouwen aan een (gender)gelijke samenleving. Volgens het World Economic Forum duurt het aan dit tempo nog 132 jaar tot de kloof tussen mannen en vrouwen gedicht is. Zo lang willen wij niet wachten!
Zo was één van onze grootste gemeenschappelijke speerpunten het afgelopen jaar de strijd voor een kwaliteitsvolle kinderopvang. De kinderopvang is een onmisbare pijler in de waardering van zorgarbeid. Zonder kwaliteitsvolle kinderopvang zijn het vooral vrouwen die terug naar de haard gekatapulteerd worden. 95% van de werknemers in de kinderopvang is vrouw. De misvatting dat zorgen ‘van nature’ vrouwenwerk is, dat zogezegd weinig vaardigheid vereist, heerst vandaag nog steeds. Niet toevallig bevestigt het VN rapport dat net de waardering voor zorg de sleutel is naar een meer gendergelijke samenleving.
“Een belangrijke plek om te starten is het erkennen van de economische waarde van onbetaalde zorgarbeid.” Dit kan een effectief middel zijn om genderstereotypen rond zorg en de manier waarop we naar zorgarbeid kijken uit te dagen. “In landen met de hoogste scores op vooroordelen tegen vrouwen, wordt er geschat dat vrouwen zes keer zoveel tijd spenderen als mannen aan onbetaalde zorgarbeid.”
– Raquel Lagunas, Directeur van het UNDP Gender Team.”
België komt niet voor in de index van de VN, maar we kennen ook enkele cijfers voor Vlaanderen. De onderzoeksgroep TOR van de VUB berekende in 2020 dat in heteroseksuele relaties mannen per week gemiddeld 13 uur en 35 minuten besteden aan de was en de plas, en vrouwen bijna 22 uur. Daarnaast zijn vrouwen ruim drie uur per week bezig met kinderzorg, terwijl dat voor vaders over dik anderhalf uur per week gaat. Mannen kloppen vaak langere dagen op hun job, maar hebben ook meer vrije tijd: per week ruim zes uur meer dan hun vrouwen. Als je de betaalde en onbetaalde uren optelt, dan werken vrouwen per week zes tot tien uren meer dan mannen. “Mannen overschatten de tijd die ze aan werk en huishouden besteden, terwijl vrouwen die tijd onderschatten”, zegt VUB-socioloog Theun Pieter van Tienoven.
Wij vinden het de hoogste tijd om zorgtaken als werk te beschouwen. Zorg en huishoudelijke arbeid vragen onze aandacht, onze tijd en onze energie. Het is die zorg die maakt dat mensen andere professionele taken kunnen opnemen. Het is die (on)betaalde en vaak onzichtbare arbeid die betaalde arbeid mogelijk maakt.
Omgekeerd vragen we dus diezelfde aandacht en energie van het beleid voor (onbetaalde) zorg. Want zonder de nodige ondersteuning van onbetaalde zorgarbeid – in de vorm van betaalbare collectieve diensten zoals kinderopvang, toegankelijke en voldoende vergoede verloven en collectieve arbeidsduurverkorting- blijft een ‘gendergelijke samenleving’ een lege doos.