Het boerkiniverbod in vraag stellen is de autonomie van vrouwen verdedigen

Unia boog zich naar aanleiding van verschillende klachten en meldingen die binnenkwamen tussen 2013 en 2017, over de verschillende argumenten die worden aangehaald voor en tegen zo’n verbod en ging te rade bij experten. Het is opvallend dat de meldingen enkel uit Vlaanderen kwamen. Daarom besloot Unia om zijn advies, dat tot stand kwam in samenwerking met de Vlaamse Genderkamer, enkel te richten op de Vlaamse context. Hun conclusies: de ‘boerkini’ is niet minder hygiënisch, veilig of ecologisch dan andere zwemkledij. Lichaamsbedekkende zwemkledij mag bij sommigen preuts overkomen, maar dat betekent nog niet dat ze indruist tegen de gelijkheid van vrouwen en mannen. En dat sommige zwembadbezoekers het moeilijk hebben met bedekkende zwempakken is reëel, maar onvoldoende reden om ze te verbieden.

Kortom, een verbod op lichaamsbedekkende zwemkledij (dat in 80 tot 95% van de openbare zwembaden in Vlaanderen van kracht is) gaat in tegen het Vlaamse gelijkekansendecreet en de federale antidiscriminatiewetgeving. Terecht stelt Unia dat “de individuele vrijheid om te kiezen wat je draagt in een openbaar zwembad moet primeren”.

Unia verwijst in zijn advies naar het risico dat zo’n kledingvoorschrift één specifieke groep benadeelt, met name een groep moslimvrouwen die bedekkende kledij dragen omwille van hun geloofsovertuiging. Het is een bekommernis die Furia al langer deelt. Telkens wanneer de hoofddoek ter discussie staat (verboden in heel veel scholen, in verschillende loketfuncties). Toen de boerka bij wet verboden werd. En nu ook in de ‘boerkiniheisa’. Al die maatregelen reguleren en disciplineren vrouwenlichamen.

We stellen vast dat de lichamen van vrouwen een bron van spanning zijn geworden in de ‘beschavingsstrijd’   tussen, en binnen, het seculiere Westen en het islamitische Oosten die zogezegd volop woedt. Aan beide kanten gaat het over hoe vrouwen zich dienen te kleden en gedragen. Te kort, te lang, te bedekt, te bloot, te vrij, te ingetogen. Alsof de samenleving ineenstuikt als vrouwen afwijken van de meerderheidsnorm. Wij houden niet van die rol van vrouwen als dé hoedsters en bewakers van de fatsoenstandaard. En we houden niet van de verboden en verplichtingen waarmee ze gepaard gaan. Wil een vrouw kortgerokt en hooggehakt rondlopen: prima. Kleedt ze zich graag met lange mouwen, dito tuniek en hoofddoek: even goed.

Omdat Furia zich steeds weer verzet tegen beperkende kledingvoorschriften voor vrouwen (hoofddoekenverbod, boerkaverbod, boerkiniverbod) krijgt het regelmatig het verwijt duurverworven rechten zomaar te verkwanselen. Dat doen we net niet. We verdedigen, steeds weer, de keuzevrijheid van vrouwen. We verdedigen fundamentele rechten en vrijheden (die van vrije beleving van godsdienst bijvoorbeeld), die zijn ingebed in onze Grondwet en internationale verdragen. We zijn ons bewust van de context: onze strijd hier voor het recht van vrouwen op zelfbeschikking en om de hoofddoek te kunnen dragen, is er één in solidariteit met vrouwen die in andere landen net strijden om de hoofddoek niet te moeten dragen. Steeds weer gaat het om de autonomie en keuzevrijheid van vrouwen. Daarin schuilt geen contradictie, daarin zit consequentie.

We hopen dat het Unia-advies zal worden opgevolgd en zwembaden minder verkrampt zullen omgaan met baders in bedekkende zwemkledij. Zoals Unia terecht opmerkt, kan zo’n kledij ook voor mensen met bijvoorbeeld zware littekens heel verlossend zijn. Dat we dit Unia-advies positief onthalen, doet geen afbreuk aan onze solidariteit met mensenrechtenexperte en gevierd auteur, theater- en filmmaker Rachida Lamrabet, die werd ontslagen omdat ze (nota bene buiten haar werktijd, en in een kunstproject) kritisch keek naar het heersende boerka-verbod. Ook Furia, feministisch, kritisch en solidair, stelt dat verbod in vraag.

Els Flour, bestuurslid Furia

Deze opinie verscheen op 14/07/2017 in Knack.

Privacy Policy