Mei 2019. De koude rilling die mij over het lijf liep nadat ik het nieuws vernam over de moord op studente Julie Van Espen vertaalde zich in een collectieve schokgolf. Er werd gezegd dat Julie – die op een jaagpad van haar fiets gesleurd werd toen ze op weg was naar vriendinnen – op het verkeerde moment op de verkeerde plaats was. Toch kwam al snel hevige tegenreactie: de enige die op het verkeerde moment op de verkeerde plaats was, was Julies moordenaar. Hij werd reeds verschillende malen veroordeeld voor zedenfeiten en liep in afwachting van zijn proces op vrije voeten rond – begrijpen wie begrijpen kan. Jammer genoeg moest er eerst zo’n gruwelijk voorval gebeuren om geweld op vrouwen terug volop in de schijnwerpers te zetten; want Julie is niet alleen. Volgens de blog ‘Stop Féminicide’, die grondig allerlei nieuwskanalen doornam, kwamen er in België de voorbije drie jaar namelijk 102 vrouwen om door femicide; ze werden vermoord louter omdat ze vrouw waren.
De thematiek leeft. In november nog kwamen meer dan 10 000 mensen de straat op om te protesteren tegen geweld op vrouwen en opende deze gebeurtenis – samen met Julies verhaal – zelfs het jaaroverzicht van de VRT. Ondertussen ligt er ook een voorstel op tafel van de Vrouwenraad om femicide als apart misdrijf te laten opnemen in de strafwet, naar het voorbeeld van Latijns-Amerika. Hiermee wil de Vrouwenraad niet alleen de bespreekbaarheid van het thema verhogen maar ook pogen om officiële cijfers te verkrijgen over het aantal femicides in ons land. Minister van gelijke kansen Muylle vindt dit voorstel dan weer te symbolisch en ijvert eerder voor concrete maatregelen op het terrein. Ze wil er bijvoorbeeld werk van maken om in iedere provincie zorgcentra voor seksueel geweld op te richten, naast de bestaande centra in Gent, Luik en Brussel; dit beklemtoont Furia al jaren. Daarnaast maakt Vlaams minister voor Justitie en Handhaving Zuhal Demir 6 miljoen euro vrij voor justitieassistenten, zodat slachtoffers van seksueel geweld een betere juridische begeleiding kunnen krijgen. Ze hamert erop dat ook daders een betere begeleiding moeten krijgen; een risicotaxatie zou hierbij al een stap in de goede richting kunnen zijn. In Nederland zijn gestructureerde risicotaxaties bijvoorbeeld een gangbare praktijk en al sinds de vroege jaren 2000 ijvert Furia voor een goede dadertherapie. Het feit dat België achterop blijft hinken, doet slachtoffers dus allesbehalve eer aan.
Op het voorstel van de Vrouwenraad kwam mede de kritiek dat het zou ingaan tegen het gelijkheidsbeginsel: bestraf je een vrouwenmoord immers zwaarder dan een ‘gewone’ moord? Nu wrong hier voor mij ook het schoentje, want wat heeft Julie van Espen aan symboliek? Ik ging daarom mijn oor te luister leggen bij de Vrouwenraad en kwam tot nieuwe inzichten. Voor de Vrouwenraad is het dan wel van belang om femicide als apart misdrijf te laten opnemen, toch hechten ze vooral waarde aan een duidelijke typologie. In Latijns-Amerika, waar femicide bij wet verankerd is, verschilt de definitie van femicide van land tot land. In Mexico moeten slachtoffers bijvoorbeeld sporen vertonen van seksueel geweld voor er van femicide gesproken kan worden en zulke onduidelijkheden wil de Vrouwenraad vermijden. Een goede typologie – gaande van intrafamiliaal geweld tot moord door een onbekende – moet ervoor zorgen dat de specifieke contexten van vrouwen in rekening genomen worden en dat er meer middelen vrijgemaakt worden voor begeleiding en preventie. De Vrouwenraad maakte mij duidelijk dat de symboolwaarde van hun voorstel sterk verweven is met de praktijk. Het lijkt me dan ook maar logisch dat hun voorstel alle aandacht krijgt die het verdient. Opdat het een vanzelfsprekendheid mag worden dat de preventie en bestraffing van geweld op vrouwen hoog op de agenda staat en opdat er terug onbezorgd langs jaagpaden gefietst kan worden.
Over verwachtingen en jaagpaden langs ’t kanaal
Ik moet bang zijn van het donker
en zeker van de nacht.
Ik moet bang zijn van de blikken
en het onheil dat mij wacht.
Mag ik dan nog even
niet als een vogel in een kooi,
mijn vrijheid volop leven
niet als dupe
niet als prooi?
Emma Haché, stagiaire Furia en studente Master in Gender en Diversiteit