Recent werden twee mannen veroordeeld tot celstraffen met uitstel voor een verkrachting in de toiletten van een dancing in de Overpoortstraat. De feiten zijn even triest als misselijkmakend. Daarbovenop draagt de gekleurde berichtgeving in verschillende media bij tot verdere kwetsuren en trauma, wat bij velen met ons de verontwaardiging en de angst voedt.
Verschillende media schetsten hoe in 2018 twee studenten op café een bevriende studente verkrachtten waarbij één van hen dat ook filmde en de beelden verspreidde. Alledrie waren ze 19, alledrie hadden ze teveel op. De rechter verwijt de daders “flagrant misbruik te hebben gemaakt van de situatie”. Ze toonden geen respect voor de fysieke, psychische en seksuele integriteit van de vrouw, maar hij dicht hen “geen criminele inborst” toe.
De redenering luidt dat de mannen jong zijn, nog thuis wonen, allebei een job en een blanco strafblad hebben. Onder het mom van hun onbezonnenheid en de specifieke context krijgen ze uitstel voor het uitzitten van hun celstraf (16 en 20 maanden). Ze verliezen vijf jaar hun burgerrechten en moeten een schadevergoeding betalen van respectievelijk 5.000 en 7.500 euro.
Jong en onbezonnen: vrijgeleide voor zware feiten?
Hoe kan jong en onbezonnen zijn een vrijgeleide zijn voor toch zware feiten? In welke context zouden deze feiten wél zwaarder doorwegen? Een strafblad kan in de rechtspraak een verzwarend gegeven zijn, maar kan geen strafblad hebben een zaak ook lichter maken? En wat doet de rechter met hun “ernstig verstoorde waarden- en normenbesef”? Waarom voegde de rechter geen voorwaarden toe aan het uitstel?
Voorwaarden die hoop geven op inzicht in hun gedrag, bijvoorbeeld via een traject (actieve begeleiding) waarin ze tot schuldbesef komen, werken aan zichzelf en grenzen leren respecteren? Iter vzw doet aan daderbegeleiding, weliswaar met weinig personeel en weinig middelen. Zou justitie niet beter meer gebruik maken van die expertise? En wat met het slachtoffer: krijgt zij ondersteuning voor de traumatische feiten die haar zijn aangedaan? De overheid moet dringend meer investeren in de ondersteuning van slachtoffers en begeleiding van daders.
Repressie als ultieme oplossing
Als feministische organisatie hekelen we hoe onze samenleving en instituties vandaag nog altijd enkel heil verwachten van repressie in de vorm van (zwaardere) gevangenisstraffen. Kunnen we ernstig onderzoeken hoe ook andere, herstelgerichter mogelijkheden een volwaardige plaats in het strafrecht kunnen krijgen? Zoals intensieve begeleiding van plegers, vrijwilligerswerk, bijdragen aan een slachtofferfonds, die ook professor seksueel strafrecht Liesbet Stevens in deze krant zinvol acht (DS 12/3).
Kunnen we werk maken van wat auteur Édouard Louis (DS 13/3) treffend “een pluriformiteit aan uitkomsten” noemt? “Sommige slachtoffers willen verzoening, anderen willen een straf en nog anderen willen de dader nooit meer zien, ook niet bij een proces.” Als mensen meer handelingsmarge krijgen, zal hun aangiftebereidheid toenemen en hun vrees voor verdere victimisatie niet bewaarheid worden.
Woorden zijn niet neutraal
Ook de vaak gekleurde berichtgeving over de feiten ligt ons zwaar op de maag. Sommige bewoordingen zijn een slag in het gezicht van al wie te maken had met grensoverschrijdend gedrag en dragen bij aan het normaliseren van verkrachting en seksueel geweld. Wat doet bijvoorbeeld jong en dronken zijn ter zake?
In de koppen en artikels schemerde vaak een suggestieve framing door. Met die opbouw klinkt een zin als “Het slachtoffer krijgt ook nog een schadevergoeding van circa 7.500 euro” haast als een cadeau. Maar hoe wrang is zo’n schadevergoeding? Wat koop je ermee? De rechtzetting van het onrecht dat je werd aangedaan? Ont-traumatisering? Afkoping van een gevoel dat mogelijks nog jaren je doen en laten beknot?
Ook media kan steentje bijdragen
Tot slot willen we nog wijzen op twee zaken. Ten eerste hoe belangrijk wetenschappelijke duiding is om slachtoffers aan te moedigen om klacht in te dienen.
Vervolgens dat bij berichtgeving over zulke feiten best wordt meegegeven bij welke instanties je terecht kan met vragen. Mag ook die andere pandemie, seksueel geweld, de aandacht, middelen en experteninbreng krijgen opdat de samenleving, haar instituties en – niet in het minst – slachtoffers er beter van worden?
Laten we lessen trekken uit het geweld dat Julie Van Espen, Ihsane Jarfi, David Polfliet en honderdduizenden anderen moesten doormaken.
Esther Philippen en Liliane Versluys, Furialeden
Dit opiniestuk verscheen op 22/03/2021 op DeWereldMorgen.
Zorgcentra na seksueel geweld: www.seksueelgeweld.be
Hulplijn bij vragen over geweld: 1712
Daderhulp seksueel geweld: www.iter-hulp.be
Voor familieleden van plegers: www.familievan.be