Het gelijkekansenmiddenveld is bijzonder bezorgd over de aanvallen op het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (IGVM) na de veroordelingen van Bart De Pauw voor belaging en van Jeff Hoeyberghs wegens seksisme en haatspraak. Het IGVM, dat zich in beide zaken burgerlijke partij stelde, kreeg kritiek omdat het advocaten van de slachtoffers van De Pauw betaalde. Na de uitspraak tegen Jeff Hoeyberghs wordt gewaarschuwd voor een ‘tirannie van de gevoeligheid’ en een groeiende inperking van de vrijheid van meningsuiting. Mark Elchardus stelde het IGVM zelfs gelijk aan de inquisitie en presenteerde de afschaffing ervan als een bijdrage aan een meer evenwichtige en doeltreffende strijd voor vrijheid en gelijkheid (De Morgen, 7/1/2022). In De Afspraak (10/1) werd Liesbet Stevens van het IGVM opvallend streng en kritisch aangepakt over de financiering van de zaak De Pauw, nadat er her en der werd bericht over de hoge kost van de rechtszaak. Terwijl het IGVM perfect binnen het wettelijke kader handelde. Kritische journalistiek is wenselijk en nodig, maar moet weg blijven van tendentieuze en buitenproportionele aanvallen.
We maken ons grote zorgen over de negatieve houding tegen een instelling die gekoesterd zou moeten worden in een samenleving die het ernstig meent met de gelijkheid van vrouwen en mannen. Te meer omdat we ook elders in Europa zien hoe instellingen, wetgeving, wetenschappers en middenveld die ijveren voor de gelijkheid van v/m/x meer en meer onder vuur komen te liggen.
Het IGVM is een federale onafhankelijke overheidsinstelling die instaat voor het waarborgen en bevorderen van de gelijkheid van vrouwen en mannen en de bestrijding van elke vorm van discriminatie en ongelijkheid op basis van geslacht. Vanuit die rol is IGVM onder meer bevoegd om in rechte op te treden in rechtsgeschillen over de toepassing van de strafwetten en andere wetten inzake gendergelijkheid. Het IGVM vervulde dus louter één van zijn tien wettelijke opdrachten door zich (uitzonderlijk, meestal zet het in op bemiddeling) burgerlijke partij te stellen. Het is opmerkelijk dat politici en opiniemakers zich op de borst kloppen omdat we in België een sterke wetgeving en onafhankelijke instellingen hebben die over de gelijkheid van vrouwen en mannen waken, en tegelijk afkeurend of zelfs vernietigend reageren wanneer die instellingen en wetgeving worden gemobiliseerd.
Hoeyberghs is veroordeeld op basis van de federale seksismewet van 22 mei 2014. Deze wet is gestemd door een democratische meerderheid. Bart De Wever spreekt van een slechte wet die voluntaristisch is toegepast door de rechterlijke macht (De Standaard, 10/1/2022). Maar zoals Han Renard van Knack terecht stelt, ligt een eventuele blaam niet bij de rechter of het IGVM, maar bij de wetgever (Knack, 11/1/2022).
Het feministische middenveld hecht veel belang aan onafhankelijke instellingen, zoals het IGVM, die in rechte kunnen optreden om de gelijkheid tussen vrouwen en mannen te waarborgen. Als publieke mensenrechteninstellingen deze taak niet langer opnemen, zal het aan individuele slachtoffers zelf zijn om naar de rechter te stappen. Dat is voor velen niet haalbaar. Bovendien is de handhaving van de strafwetten geen taak van getroffen individuen, maar van ons als maatschappij. En ja, dat kost publiek geld. Vrijheid en gelijkheid zijn dan ook een kostbaar goed. En de maatschappelijke kost van seksisme en al zijn uitwassen is hoog.
Laten we vooral niet vergeten dat instellingen als het IGVM en wetten als de (overigens zeer onvolkomen) antiseksismewet er zijn gekomen omdat seksisme (in de oorspronkelijke en ruime betekenis van het woord) onze samenleving in al haar geledingen tekent. Onderzoek en cijfers erover zijn pijnlijk veelzeggend. Gelijkheid komt er niet vanzelf. Om de strijd tegen seksisme op alle vlakken te voeren zijn instellingen en wetten absoluut noodzakelijk, net als flankerend beleid met voldoende middelen, net als feministisch activisme. Dat is de essentie die we moeten bewaken.
Els Flour (Furia), Ciska Hoet en Bieke Purnelle (RoSa), Meron Knikman (Vrouwenraad), Yves Aerts (Çavaria), Sarah Scheepers (ella), Diane Mintjens (Femma Wereldvrouwen), Christiane Pouliart (Medical Women Association Belgium), Lynn Callewaert (Vrouw en Maatschappij), Vera Claes (Zijkant), ABVV
Deze opinie verscheen op 15/1/2022 in De Standaard