Team
Furia

Furia

Het voelt een beetje vreemd aan dit boek ter hand te nemen als je, als één van de pioniers van vrouwenstudies in de Verenigde Staten van Amerika in het jaar 1970, toen alle mogelijke literatuur hebt doorgenomen om de vraag ‘nature/nurture’ te kunnen beantwoorden. Dat was immers het eerste obstakel tegen elke feministische redenering: ‘Het zit in de natuur, het is van alle tijden, het zijn de hormonen die alles bepalen’. En dan als toemaatje telkens ‘kijk maar naar de wereld van de dieren’. Het is nu precies die zogenaamd wetenschappelijk bewezen stelling die Cordelia Fine aankaart en heel systematisch weerlegt in haar boek ‘Testosteron Rex. Het einde van de gendermythe’. Deze Brits-Canadese-Australische schrijfster was al bekend van vorige boeken zoals ‘Waarom we allemaal van Mars komen’, waarin ze de traditionele seksestereotypen met veel kennis en humor in vraag stelt. Het nieuwe boek is een encyclopedie van al het onderzoek, zowel neurologisch als psychologisch als sociologisch, dat sindsdien wereldwijd verricht is op het terrein van mogelijke verbanden tussen testosteron, de hersenen en het gedrag van vrouwen en mannen. Het boek is netjes ingedeeld in drie grote delen ‘verleden, heden en toekomst’. Fine start namelijk met een heel uitgebreide discussie over Darwin en de gekende theorie van seksuele selectie. Op een heel nauwgezette manier geeft ze de relevante onderzoeken aan die deze theorie hebben geprobeerd te ‘bewijzen’ met empirisch onderzoek zowel uit de dierenwereld als uit de mensenwereld. Met veel respect wijst ze dan op de valkuilen of de tekortkomingen van die onderzoeken, vooral het feit dat daar veralgemeningen uit ontstaan die geen oorzakelijk verband aantonen tussen biologische, fysiologische en culturele fenomenen tussen de seksen. In het deel ‘Heden’ stelt ze veel vragen bij de bewering dat bijvoorbeeld de financiële markten er anders zouden uitzien als die zouden gerund worden door vrouwen, want die hebben ‘van nature’ minder testosteron, minder competitiedrang en meer empathie. In het derde deel ‘Toekomst’ legt de auteur uit waarom ze dit alles zo belangrijk vindt. Het heeft immers te maken met onze ideeën over een betere wereld, waarin ‘gelijke verdeling van macht’ geen utopie is. Naar het einde toe van het boek stelt ze zelfs een soort van manifest samen, volledig in lijn met alle argumenten en wetenschappelijke evidentie die ze daarvoor heeft laten zien. Het overtuigende besluit van het boek is dat de wetenschap zelf allang de unieke cruciale factor van testosteron als bepalende factor voor seksegedragingen heeft laten varen, maar dat de culturele en commerciële belangen nog steeds blijven doorwerken. De speelgoedwinkels spelen daar perfect op in. Ze toont heel scherp aan dat zowel de biologische als de gedragsfactoren enorm variabel zijn en zelfs veranderlijk al naargelang de ervaring, de sociale context, de status, de geschiedenis en de ecologie. Het meest opmerkelijke besluit van Fine’s boek is dan ook dat het niet enkel gaat om een wederzijdse beïnvloeding van natuur en cultuur maar dat de cultuur de natuurlijke eigenschappen van een soort kan wijzigen. Testosteron is geen koning meer, geen allesverklarende, onafhankelijke factor in sekserollen en seksegedragingen, noch bij dieren noch bij mensen. Er zijn geen vrouwelijke en geen mannelijke hersenen die, ten gevolge van een hormonale ontwikkeling, alles bepalen. Uiteraard zijn er nog altijd mensen – ook onder sommige wetenschappers- die zeggen ‘laat jongens jongens zijn, meisjes meisjes’. Vooral voor hen is dit boek bedoeld. Feministes weten het al veel langer maar moeten het altijd weer herhalen: ‘Het is een vergissing om te denken dat onze biologie zonder onze culturele ervaring bestaat en dat onze culturele eigenheid niet voortdurend verstrikt is met onze biologie’ (p.145). Dat dit alles leidt tot een ongelooflijke diversiteit binnen en tussen de seksen, wordt hier helder aangetoond, zodat veralgemenende oorzakelijke verbanden niet langer meer geldig zijn. Laat de mozaïeken van onze biologie en ons gedrag bloeien en groeien en houd rekening met de consequenties ervan op fenomenen zoals seksueel geweld en ongelijkheden tussen de seksen op alle terreinen. Dat zou kunnen het besluit zijn van dit boek, dat met zo ontzettend veel humor is geschreven dat je als lezeres totaal vergeet dat je een encyclopedie van wetenschappelijk werk aan het lezen bent. En ik, ik kan enkel hopen dat dit boek écht het einde van de gender-mythe betekent. Ik kijk echt al uit naar een volgend boek van deze auteur waarin alle bestaand onderzoek naar transgender mee opgenomen is.

Er is geen aparte literatuurlijst. Die is verwerkt in een zeer uitgebreid notenapparaat. De toevoeging van een personen- en een zakenregister maken dit boek ook tot een handig naslagwerk.

Monika Triest

 

21 maart 2017 om 12u26

Stop kinderen niet in een hokje

 Tijdens de cadeautjesjacht in de kerstperiode stapte ik samen met mijn dochter een boekhandel binnen. Terwijl zij snuisterde in de jeugdboeken pufte ik even uit. Ik keek rond en zag rechts van me het “gouden boek voor meisjes” met roze achtergrond. Uiteraard in duo aangeboden met de blauwe tegenhanger voor jongens. Links sprong het “leesboek voor jongens” in het oog met stoere jongens op de kaft. Ook hier samen met het “leesboek voor meisjes” aangeprezen, maar dan wel met een andere cover vol vrolijke vriendinnen.
 
          
 
 
Niet alleen de kaft, ook de inhoudstafel verried een andere wereld. Jongens krijgen vooral verhalen over dino’s, voetbal, ridders en  spoken voorgeschoteld; meisjes over vriendinnen, prinsessen, liefde en pony’s. Treffend door mijn dochter samengevat als stoer versus lief.
 
De roze wereld van bekoorlijke prinsessen en de blauwe wereld van stoere helden duikt niet alleen op in de boekhandel. Stap een speelgoedwinkel binnen of blader door een speelgoedcatalogus en het is meteen duidelijk dat er meisjes- en jongensspeelgoed is. Jongen? Dan zijn er robotten, wetenschapskits en auto’s in de aanbieding. Meisje? Vast geïnteresseerd in parels, roze huishoudspullen of de nieuwste pop. Apartheid troef in speelgoedland. En wil je als jongen een pop, dan lijk je voorbestemd om homoseksueel te zijn. Bovendien is in de poppenwereld wit de standaard. Als er al poppen met een kleurtje zijn, dan worden ze gelabeld als “exotisch”.
 
Hoewel de opdeling van speelgoed in meisjes- en jongensspeelgoed niet nieuw is, neemt de tweedeling nog toe. Een mooi voorbeeld hiervan is Lego. Tot het begin van de jaren ’80 richtte Lego zijn reclame expliciet op zowel jongens als meisjes, onder het motto “the urge to create is equally strong in all children”. Meisjes en jongens lieten hun creativiteit los op dezelfde set legosteentjes en figuurtjes. Maar de laatste decennia maakt Lego meer en meer onderscheid. Denk aan de pastelkleurige reeks Lego Friends, expliciet gericht op meisjes met scènes zoals een schoonheidssalon of een boottrip naar de dolfijnen.
 
Waarom moeten we ons zo druk maken over stereotiep speelgoed of stereotiepe boeken? Precies al spelend en lezend verkennen kinderen de wereld rondom hen, ontdekken ze hun talenten en ontwikkelen ze hun vaardigheden. Daarom is het belangrijk dat kinderen experimenteren met een zo breed mogelijk gamma aan speelgoed, verschillende spelervaringen beleven en geconfronteerd worden met zoveel mogelijk diverse personages tijdens hun leesavonturen. Want speelgoed en boeken zijn niet neutraal. Wat leren de bij uitstek stereotiepe speelgoedcatalogi? Dat meisjes eerder bezig horen te zijn met hun uiterlijk, shoppen, huishouden en zorg, terwijl jongens vooral inventieve techniekers moeten zijn, actief en ondernemend. Op die manier worden kinderen van meet af aan in hokjes geduwd.
 
Speelgoed weerspiegelt vandaag vooral een traditioneel samenlevingsmodel, waarin vrouwen een zorgende rol opnemen en instaan voor het huishouden terwijl mannen beschouwd worden als avontuurlijk, creatief en ondernemend. Het is dan ook niet verwonderlijk dat zo weinig jongens kiezen voor zorgberoepen of meisjes een technische studiekeuze maken en de rolpatronen thuis zo onveranderlijk blijken. Speelgoed is uiteraard niet de enige oorzaak, maar duwt kinderen wel mee van jongs af aan in een bepaalde richting. Phumzile Mlambo Ngcuka, VN-directeur vrouwen, zei onlangs nog, op de Internationale Dag van Vrouwen en Meisjes in de Wetenschappen: “We moeten hoogdringend de plaatsen waar kinderen spelen, leren en opgroeien ontdoen van alle stereotypen”. Anders blijft het zo dat 6-jarige meisjes jongens slimmer vinden dan hun eigen seksegenoten, zoals onlangs nog uit een internationale studie bleek die in het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift Science gepubliceerd werd.
 
Een mentaliteitswijziging is nodig. Stereotypering is schadelijk en beperkt ontwikkelingskansen. Je zal maar het meisje zijn dat houdt van avontuur of techniek. Of de jongen die gecharmeerd is door de droomwereld van elfen en eenhoorns. En dat zijn geenszins uitzonderingen. Gelukkig maar! Laat de verbeelding aan de macht in die jonge lezershoofden met diverse personages die buiten de klassieke lijntjes kleuren en hen zo heel verschillende identificatierollen aanbieden om zich in te leven. En kleur moet ook meer zijn dan exotiek, maar gewoon deel van het dagelijks leven. Willen we kinderen optimale ontwikkelingskansen geven, dan moeten we ophouden met hen in hokjes te stoppen. Daar worden niet alleen zij, maar de hele samenleving beter van.
 
Daarom richtten Furia, Femma, Ella, VIVA-SVV, RoSa, Vrouwenraad en çavaria het actieplatform “Vrij Spel Kinderen Kiezen Wel” op. Het platform, dat intussen de steun heeft van de Gezinsbond, reageert tegen de opdeling in jongens- en meisjesspeelgoed en de stereotypering die zo in stand gehouden wordt. Vrij Spel Kinderen Kiezen Wel heeft een Facebookpagina waar nieuws en ervaringen gedeeld worden, sensibiliseert het publiek via straatacties en een methodiekenkoffer, beloont goede praktijken van speelgoedwinkels met een label en geeft advies. Meedoen? Deel je ervaringen op de Facebookpagina, ga op stap als mystery shopper of probeer de methodiekenkoffer uit.
 

 

8 maart. De vrouwenbeweging laat wereldwijd van zich horen. Ook in België met een vrouwenstaking, verschillende marsen tegen seksisme en tal van lezingen en debatten. Nochtans hebben onze regeringen de mond vol van “westerse” waarden als gelijkheid v/m. Ze verwijzen naar wetgeving, een ombudsdienst of instituut waar klacht kan worden ingediend bij discriminatie…  En in het regeerakkoord engageerde de federale regering zich zelfs expliciet om de verplichting na te komen om beleid te toetsen op mogelijke effecten op vrouwen en mannen. Maar in de praktijk blijken dit papieren tijgers zonder tanden. 

Neem nu het sociaal-economisch beleid en de ‘wet-Peeters’. Niet voor niets sloot de feministische en vrouwenbeweging zich aan bij het brede verzet tegen deze wet die niets meer dan een achteruitgang van sociale rechten betekent. De analyse van de genderimpact van de regelgeving in die ‘wet-Peeters’ beperkt zich doorgaans tot de vaststelling dat de maatregel “betrekking heeft op alle werknemers” - wat een correcte vaststelling is - en er dus “geen sprake is van een specifieke genderimpact” - wat een compleet foute gevolgtrekking is. Want hoe kunnen de berekening van de arbeidstijd op jaarbasis in functie van conjunctuur, een quotum vrijwillige overuren en een loopbaanspaarrekening genderneutraal zijn als vrouwen vandaag oververtegenwoordigd zijn in precaire arbeid en bij uitstek diegenen zijn die een stap terugzetten om voor hun naasten te zorgen? 

Structurele ongelijkheid 

Het is ondenkbaar dat de sociaal-economische hervormingsmaatregelen van de federale regering geen significante gevolgen zouden hebben voor de sowieso al structureel nadelige positie van vrouwen op de arbeidsmarkt. 45% van de vrouwen werkt deeltijds, en lang niet altijd vrijwillig. Dat heeft gevolgen voor hun lonen en hun pensioen, wat weerspiegeld wordt in een loonkloof van 20% en een nog grotere pensioenkloof van 23%. En achter die gemiddelden zit een nog grotere ongelijkheid tussen werknemers in het algemeen en ook tussen vrouwen onderling. Betaalbare kinderopvang ontbreekt voor 1 op 5 alleenstaande moeders, 2 op 3 kortgeschoolde jobs worden door vrouwen ingevuld, slechts 1 op 4 vrouwen met niet-EU-nationaliteit heeft een baan tegenover 6 op 10 Belgische vrouwen…

En ook elders schiet het sociaal-economische hervormingsbeleid tekort. Kijk naar de pensioenhervorming: uiteraard maakt het optrekken van de leeftijds- en loopbaanvereisten het voor vrouwen met onderbroken loopbanen nog moeilijker om hieraan te beantwoorden. Anderzijds wordt het voor vrouwen bijzonder nadelige mechanisme van omzetting van deeltijdse loopbanen in voltijdse jaren níet hervormd. Van twee maten en gewichten gesproken! Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat ongeveer 6 op 10 vrouwen moet rondkomen met een pensioen van minder dan 1000 euro.

Ook de hervormingen in de werkloosheid zijn problematisch. Kwetsbare vrouwen én kinderen worden in de armoede geduwd als de regering haar voornemen uitvoert om de aanvullende uitkering bij onvrijwillig deeltijds werk vanaf 2018 te halveren. Het gaat hier voor ruim drie kwart om veelal kortgeschoolde vrouwen. Ze werken vooral in sectoren zoals schoonmaak en distributie, waar vaak alleen deeltijdse jobs aangeboden worden omdat werkgevers flexibiliteit eisen. Het zijn niet de werkneemsters die hiervoor vragende partij zijn, en toch zullen zij afgestraft worden. 

De regering veegt haar voeten aan haar eigen wetten

Furia stelt vast dat een ernstige genderimpactanalyse van de regeringsmaatregelen structurele ongelijkheden aan het licht brengt. Furia stelt eveneens vast dat de regering die negeert omdat ze ervan uitgaat dat ze individuele werkneemsters en werknemers gelijke mogelijkheden biedt om “de eigen verantwoordelijkheid te nemen en geboden kansen te grijpen, ongeacht de ongelijke maatschappelijke uitgangsposities. Zolang dat het geval is, blijft een Vrouwendag ook in België broodnodig. 

Dit opiniestuk werd gepubliceerd in De Standaard op 8 maart 2017

 

 

 

 

 

Furia legt het accent op actie en neemt deel aan de Wereldvrouwenmars op 4 maart. Op 8 maart staakt Furia samen met #womensstrikebelgium en stapt mee op met de Mars Tegen Seksisme in Gent.

Hierbij een greep uit de talloze andere feministische initiatieven om deze actiedag in te vullen:

4/3 Wereldvrouwenmars Brussel

5/3 Vlaams-Brabantse Vrouwendag, Leuven

6/3 - 10/3  VUB Gender week, Brussel

6/3 - 9/3 Feminist Forum Week (GUE/NGL, Europees Parlement), Brussel

6/3 - 7/4 De Vrouwenlente - Citizenne, Brussel

6/3 opening tentoonstelling M/V/X – gender bespreekbaar maken, Genk

7/3 Internationale Vrouwendag 2017 Genk

7/3 Genderdag 2017, Brussel

7/3 projectvoorstelling "MIRIAM" geeft alleenstaande moeders met een leefloon meer greep op het leven om uit de armoede te geraken, Brussel

8/3 Internationale Belgische vrouwenstaking

8/3 International Women’s strike Genk

8/3 Vrouwenmars Brussel

8/3 Mars tegen Seksisme Gent

8/3 stand-up Veerle Malschaert, onder stadshal Gent

8/3 MO*talks @ deBuren: Het vrouwenlichaam als slagveld, Brussel

8/3 gespreksavond ‘The Privilege walk’, Gent 

8/3 Internationale vrouwendag - lezing Assita Kanko, Merelbeke

8/3 Gender-Bender Salon: gender in de cultuursector (rekto:verso & Arenberg), Antwerpen

8/3 symposium Vrouwendag: A quiet revolution / Een zachte revolutie, MSK Gent

8/3 Studiedag Universiteit Antwerpen: M/V/X in jeugdliteratuur

8/3 Wikipedia: Just for the record: Art+Feminism2017, Brussels

9/3 feminismedebat, Geuzenhuis Gent

9/3 Genderbewust opvoeden: (hoe) doe ik dat?, Dendermonde

10/3 Studievoormiddag vrouwenpensioenen, Brussel

10/3 - 12/3 GRRL FEST (Charlie), Antwerpen

11/3 Internationale vrouwendag - Een appeltje voor de dorst, Brugge

11/3 Ladies@the pool – vrouwenzwemmen in het stedelijk zwembad, Genk

12/3 Marxisme en feminisme met Anja Meulenbelt – COMAC, campus ULB Brussel

17/3 Lezing: islamitisch feminisme door Khadija Aznag, Gent

 

persbericht IWS uitgebreid 1602 page 001persbericht IWS uitgebreid 1602 page 002

Op woensdag 8 maart, internationale vrouwendag, gaan in meer dan dertig landen vrouwen én mannen fysiek of virtueel in staking onder de noemer "International Women's Strike". Meer info over de actie: https://www.facebook.com/events/644185865706013/

In zijn essay stelt Bart Eeckhout dat het vooral vrouwen zullen zijn die gehoor geven aan de roep om anders te gaan leven en minder te werken. Daarbij gaat hij voorbij aan wat collectieve arbeidsduurverkorting precies betekent. Net omdat het collectief is, geldt het voor iedereen. Niet alleen vrouwen, maar ook mannen zullen dus – willens nillens – meer tijd 'aan de haard' doorbrengen.

Loopbaan en zorg zijn communicerende vaten
 
Die aandacht voor de combinatie arbeid en gezin/privésfeer is trouwens niet nieuw. Feminisme heeft altijd gepleit voor een evenredige arbeidsparticipatie van vrouwen én voor het doorbreken van stereotiepe rollenpatronen thuis. Maar in het collectieve geheugen is alleen het eerste deel van deze feministische agenda van de tweede golf blijven hangen. Feminisme heeft net aandacht voor het leven buiten het werk omdat loopbaan en zorg communicerende vaten zijn. Willen we meer vrouwen aan de top, een evenredige vertegenwoordiging van vrouwen en mannen in alle sectoren en op alle niveaus en de loon- en pensioenkloof aanpakken, dan kunnen we niet anders dan ook sleutelen aan de zorgverdeling.
 

Combinatieproblematiek is geen luxeprobleem

De combinatieproblematiek is dan ook helemaal niet post-materieel. Het is geen luxeprobleem van hoger opgeleide middenklassers van wie de materiële wensen vervuld zijn en die 'zoeken naar iets meer'. Juist die werkende hogere middenklasse kan het zich doorgaans veroorloven om het combinatieprobleem 'op te lossen' met dienstencheques, duurdere kinderopvang, een betaalde oppas of zelfs een au pair. De vraag is: wie poetst het huis van de poetsvrouw? En wie zorgt voor haar kinderen?

Individuele arbeidstijdverkorting

Vanaf het einde van de jaren 70 van de vorige eeuw werd individuele arbeidstijdverkorting met loopbaanonderbreking en deeltijds werk ingevoerd. Vooral vrouwen maken daar gebruik van. Dat was de keuze van de werkgeversorganisaties en de overheid, die anderhalf inkomen per gezin als model vooropstelde – niet van de vrouwenbeweging en de vakbonden.

Vrouwen betalen de prijs

Vandaag is heel duidelijk dat die herverdeling op individuele basis een nefaste strategie is. Deeltijds werk ligt in de lijn van het 'moeder aan de haard'-ideaal: het blijft de zorg voor huishouden en kinderen afwentelen op vrouwen. En het kleinere inkomen en de dito sociale rechten brengen vrouwen in de problemen na echtscheiding of bij pensioen. Bovendien blijkt uit tijdsbestedingsonderzoek dat de subjectieve tijdsdruk het hoogste is bij deeltijds werkende vrouwen met kinderen en een voltijds werkende partner.

Deeltijds werk: niet zomaar een keuze

En dan hebben we het nog niet gehad over de groep die wel deeltijds werkt, maar daar helemaal niet zelf voor gekozen heeft. Denk aan sectoren zoals schoonmaak, warenhuizen, zorg… Het zijn ook veel vaker vrouwen dan mannen die hier de prijs voor betalen. Hoog tijd dus om het over een andere boeg te gooien en te kiezen voor een andere, eerder collectieve organisatie van betaald en onbetaald werk.

Korter werken voor iedereen

Ook dat is trouwens niet nieuw. Het Vrouwen Overleg Komitee, vandaag Furia, pleitte al op de Vrouwendag van 1977 voor 'korter werken per dag voor iedereen'. En de feministische beweging stond toen niet alleen. Net zoals vandaag zagen de vakbonden daar toen ook brood in als oplossing voor de werkloosheid. 

Geen utopie

Utopisch? Elke sociale verworvenheid was ooit een utopie. Bovendien is de utopie in dit geval helemaal niet zo veraf. De positieve effecten van experimenten in Zweden, zowel in de profit als non-profit, van de eindeloopbaanregeling in onze eigen non-profit (die nu weliswaar afgebouwd wordt) en van de 35-uren-week in Frankrijk verdienen het om verder bekeken te worden. Het alternatief van collectieve arbeidsduurverkorting moet onderzocht worden in plaats van het onder het mom van 'niet haalbaar' meteen van tafel te schuiven.

Collectieve arbeidsduurverkorting als emancipatorisch instrument

Collectieve arbeidsduurverkorting heeft een krachtig emancipatorisch potentieel, net omdat het komaf maakt met de individuele arbeidstijdverkorting waar vooral vrouwen een prijs voor betalen. De norm voor een volwaardig inkomen en volledige sociale rechten verschuift op die manier. Daardoor zullen meer vrouwen financieel onafhankelijk zijn. Bovendien biedt het mannen meer zorgkansen en kan het helpen om de werkloosheid te verminderen.

Collectieve zorgvoorzieningen blijven nodig

Betekent dit dat feministen geen vragende partij meer zijn voor kinderopvang? Natuurlijk niet! Een kortere betaalde werkweek moet gepaard gaan met kwalitatieve en toegankelijke zorgvoorzieningen voor kinderen, ouderen en personen met een beperking. Door de koppeling van collectieve arbeidsduurverkorting aan de eis om meer tijd voor zorg vrij te maken voor vrouwen én mannen, knoopt de vrouwenbeweging net aan bij vroegere stellingnames. Waarom zou ze anders vragende partij zijn voor een uitgebreider en verplicht vaderschapsverlof, iets waar Furia op de Vrouwendag van 2009 trouwens al voor pleitte?

22 december 2016 om 16u45

Een kritisch en solidair 2017

Furia wenst iedereen fijne feestdagen en een kritisch en solidair 2017. Het secretariaat is er even tussenuit, maar vliegt er terug in op 9 januari.

De 45ste Nationale Vrouwendag, Feminisme Nu Voor morgen, vond plaats op 11 november in het Antwerpse Zuiderpershuis. Het was de eerste editie onder de vlag van Furia, zoals het Vrouwen Overleg Komitee (VOK) voortaan heet. Furia organiseerde de dag in samenwerking met een platform van vrouwenorganisaties, zelforganisaties van etnisch-culturele minderheden en vakbonden.

Ook met Furia blijft de Vrouwendag dé jaarlijkse afspraak voor debat, uitwisseling en ontmoeting over feminisme en gelijkheid v/m/x in Vlaanderen.

Een korte samenvatting van een boeiende dag:

Furia voert vandaag samen met de vakbonden actie tegen de beperking van gelijkgestelde periodes tot 1 jaar. Net zoals voorgaande ingrepen in de pensioenen zal deze maatregel een grote impact hebben op vrouwen omwille van hun veelal onderbroken loopbanen. En dat terwijl de pensioenen van vrouwen gemiddeld al lager zijn.

De gelijkgestelde periodes, (periodes die tellen als gewerkte periodes) worden wat werkloosheid en brugpensioen betreft beperkt tot maximaal 1 jaar. Daarna wordt een fictief minimumloon de basis voor berekening. In de praktijk komt dat neer op minder pensioen. De maatregel heeft een grote impact op vrouwen. Ruim de helft van de loopbaan van arbeidsters en bijna een kwart van de loopbaan van bediendes bestaat uit gelijkgestelde periodes. Bij pensioen bedraagt het aandeel werkloosheid in de gelijkgestelde periodes bij vrouwen meer dan 40%. Deze ingreep zal de gemiddeld lagere pensioenen van vrouwen nog verder afkalven.

De beperking van gelijkgestelde periodes raakt in het bijzonder een aantal kwetsbare groepen waarin vrouwen oververtegenwoordigd zijn. Zo geldt de maatregel ook voor onvrijwillig deeltijds werk met behoud van rechten. Onvrijwillig deeltijds werk is courant in sectoren zoals schoonmaak en handel. Twee op drie onvrijwillig deeltijds werkenden zijn vrouwen. In totaal gaat het om 50.000 mensen. Ook de tewerkstelling in het PWA-statuut valt onder deze maatregel. En dat is voor 68% een vrouwenzaak. Vaak zijn daarin mensen aan de slag die moeilijk instromen op de reguliere arbeidsmarkt. Ze zijn al lang werkzoekende of komen uit een lange ziekteperiode en maken weinig kans op een andere job. 

Pagina 20 van 21

SCHRIJF JE IN VOOR ONZE NIEUWSBRIEF

Na het invullen van dit formulier ontvangt u van ons nieuwsupdates en informatie over onze activiteiten zonder verdere verplichtingen. U kan zich steeds uitschrijven via een link onderaan elke e-mail die u van ons ontvangt.

FURIA OP FACEBOOK

               Vlaanderen verbeelding werkt vol zwart